Het taboe rond zelfdoding is groot. Dat bleek nog eens in de eerste aflevering van het derde seizoen van Taboe, waarin Philippe Geubels een comedy show maakte over en met nabestaanden na zelfdoding. Volgens hem was dit de grootste uitdaging tot nu toe binnen zijn programma.
Van alle taboes, is het taboe rond zelfdoding de grootste?
Ook binnen organisaties is dit voelbaar. Dit thema staat zelden op de agenda – tot er geen weg meer om is. Een medewerker stapt uit het leven. Er gaat een schokgolf door de organisatie. Wat nu?
Het kan anders. Organisaties kunnen een cruciale rol spelen in zowel de preventie als de opvang na zelfdoding.
Zelfmoord, zelfdoding, suïcide: whats in a name?
Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt, maar er zit een duidelijke redenering achter welke term wanneer gebruikt wordt:
Zelfmoord is maatschappelijk het meest gangbaar en wordt daarom gebruikt in preventiecampagnes.
Zelfdoding heeft de voorkeur bij opvang van nabestaanden, omdat ‘moord’ een misdaad impliceert, wat erg heftig is voor nabestaanden.
Suïcide wordt gebruikt in wetenschappelijke contexten, maar minder in gesprekken met nabestaanden of mensen met zelfmoordgedachten.
Enkele cijfers
“In onze organisatie hebben we gelukkig niet te maken met zelfdoding of mensen met zelfmoordgedachten”
Veel organisaties denken dat zelfdoding hen niet raakt. Maar statistieken tonen anders:
- Zelfdoding is één van de belangrijkste doodsoorzaken in België. In Vlaanderen waren er in 2022 1.024 zelfdodingen— dat zijn bijna drie zelfdodingen per dag.
- Per zelfdoding zijn er minstens 6 tot 10 nabestaanden direct betrokken. Dit betekent dat er jaarlijks in Vlaanderen alleen al gemiddeld 9.000 nabestaanden na zelfdoding bij komen.
- In 2022 waren er naar schatting 8.943 suïcidepogingen— dat zijn 25 pogingen per dag.
- Tel daarbij alle mensen die aan zelfmoord denken, maar geen poging ondernemen. 14% van de Belgische bevolking overwoog ooit zelfmoord; 4% deed dit in het afgelopen jaar. In een bedrijf met 100 medewerkers betekent dit gemiddeld 14 collega’s die ooit aan zelfmoord dachten, en 4 die dit recent overwogen.
Hoe zeker ben je dat dit thema in jouw organisatie geen rol speelt? Hoe zeker ben je dat er geen enkele medewerker in een recent of verder verleden een dierbare verloor aan zelfdoding? Hoe zeker ben je dat er geen enkele medewerker is die op dit moment zelfmoord overweegt?
Het taboe maakt dat velen in stilte lijden. Veel mensen die aan zelfmoord denken vinden nooit de moed om hierover te spreken. Voor vele nabestaanden na zelfdoding is de eenzaamheid in het rouwproces nog lastiger dan de verlieservaring zelf.
Dit kan anders. Dit moet anders. Als organisatie kan je een groot verschil maken.
Het is belangrijk dat je daarom als onderneming goed weet hoe je hiermee om moet gaan. Want niemand ziet het zitten om dergelijk nieuws te moeten melden. En op het moment dat je ervoor staat en je moet zo’n verschrikkelijk bericht communiceren naar de achtergebleven collega’s, is het van groot belang dat je ook daar de juiste aanpak hanteert.
In dit artikel doorlopen we de belangrijkste inzichten. Daarnaast kan het volgen van een opleiding hierrond een grote meerwaarde zijn.
Wat kan je als organisatie doen in zelfmoordpreventie?
“Mensen breken niet omdat ze zwak zijn, maar omdat ze veel te lang veel te sterk waren.”
1. Zet in op (on)welzijn op het werk
Inzetten op welzijn op het werk is ook inzetten op zelfmoordpreventie, op voorwaarde dat je in je welzijnsbeleid ook ruimte maakt voor ‘onwelzijn’. Heel wat organisaties richten hun beleid enkel op het creëren van ‘gelukkige medewerkers’. Ze doen dit met happiness coaches en inspirerende initiatieven. Dat is mooi, maar mist een deel van de realiteit. Mensen zijn niet altijd gelukkig. Medewerkers maken lastige dingen mee. Organisaties maken moeilijke periodes door. Dat hoort er ook bij.
Een goed welzijnsbeleid zet ook in op het bespreekbaar maken van onwelzijn op het werk, om te voorkomen dat het tot grotere problemen leidt. Streef dus naar het open bespreken van moeilijkheden, zoals stress, burn-out of psychische problemen. Daar zit de echte preventie.
Doorheen de jaren dat we ondernemingen hierin begeleiden, merken we dat heel wat bedrijven soms vragen hebben over hoe ze een goed welzijnsbeleid moeten uittekenen. Door het inschakelen van een externe preventieadviseur merken we dat er veel vragen snel beantwoord worden, waardoor je sneller stappen kan zetten richting een goed welzijnsbeleid.
Wat bespreekbaar is, is veranderbaar.
“Het gaat beter met me sinds het oké is als het soms even wat minder gaat”
2. Maak zelfdoding bespreekbaar
De vraag “Denk je soms aan zelfmoord?” heeft al veel levens gered. Voor vele mensen met zelfmoordgedachten is de schaamte zo groot dat ze nooit hulp zoeken. Ze blijven alleen met hun pijn, tot het te zwaar wordt om te dragen.
Maak je je zorgen om iemand, durf dan te vragen of ze aan zelfmoord denken. Doorbreek het taboe. Laat voelen dat het oké is om erover te praten. Doorbreek de eenzaamheid en het isolement. Zo redt je levens.
Zelfmoord bespreekbaar maken is niet makkelijk. Er zijn veel bezorgdheden:
- “Breng ik hem niet op ideeën?” (nee)
- “Shockeer ik hem?” (soms; als jij het een normale vraag kan leren vinden, zullen anderen hierin volgen)
- “Wat als hij ‘ja’ zegt?” (dan luister je, praten helpt de drang te verminderen)
- “Ik ben niet opgeleid.” (dat hoeft niet; jij doorbreekt het isolement en helpt hen de stap te zetten naar opgeleide hulpverleners)
- …
Een opleiding voor HR, leidinggevenden of vertrouwenspersonen is zeker waardevol. Kingsm3n biedt trainingen en coaching om dit thema op een respectvolle en effectieve manier aan te pakken.
3. Maak hulp beschikbaar
Kennis van en laagdrempelige toegang tot hulpverlening is een belangrijke factor in preventie van zelfdoding. Hier kan je als organisatie op inzetten. Maak duidelijk zichtbaar waar medewerkers terecht kunnen.
Kingsm3n kan adviseren bij het opzetten van interne en externe hulpkanalen, zodat medewerkers altijd weten waar ze terechtkunnen.
Wat kan je als organisatie doen als er een medewerker uit het leven stapt?
1. Wees je bewust van de impact van een zelfdoding op de werkvloer
Wanneer een collega uit het leven stapt, raakt dit de hele organisatie. Bij de opvang van medewerkers zijn er drie groepen om rekening mee te houden:
- Directe nabestaanden: collega’s, vrienden en familie binnen de organisatie die in rouw zijn.
- Indirecte nabestaanden: collega’s die eerder iemand door zelfdoding verloren en hierdoor opnieuw geconfronteerd worden met hun verlies.
- Medewerkers met zelfmoordgedachten: een zelfdoding in de omgeving kan de drempel om zelf uit het leven te stappen verlagen; extra aandacht en ondersteuning zijn hier cruciaal.
2. Communiceer met zorg
Communiceren over een overlijden door zelfdoding vraagt veel aandacht en zorg. Er zijn veel betrokken partijen, waarmee je rekening moet houden.
Concreet kan je best communiceren in 4 stappen.
Stap 1: Contact met de familie. Ga na wat je mag communiceren. Respecteer hun wensen.
Stap 2: Communicatie naar rechtstreeks betrokken medewerkers. Besteed hier voldoende aandacht aan, zodat je niemand over het hoofd ziet. Denk o.a. aan: huidige team, vorige team, gepensioneerden, familieleden of vrienden in andere teams.
Stap 3: Communicatie naar gehele organisatie. Deze houd je zo algemeen mogelijk. Vermeld geen oorzaak van overlijden. Verwijs naar een later infomoment voor meer informatie. Je geeft pas informatie over de zelfdoding als je gelijktijdig ook alle hulpkanalen kan benadrukken.
“We moeten met spijt het overlijden van X meedelen. Dit werd ons vanmorgen gemeld door de familie. We organiseren deze middag om 12u een bijeenkomst in vergaderzaal Y voor iedereen die hier graag meer informatie over wil.”
Stap 4: Formele informatie én eerste opvang. Organiseer een infomoment voor medewerkers die hier behoefte aan hebben. Hier mag je wel de doodsoorzaak benoemen (mits toestemming van de familie). Een methode van zelfdoding vermeld je nooit (om kopieergedrag te vermijden). Tijdens dit infomoment geef je niet enkel informatie over het overlijden, maar zorg je ook voor een duidelijke verwijzing naar beschikbare hulp. Deze richt je tot de drie bovenstaande groepen. Vermeld zeker alle eerder vermelde interne en externe hulpkanalen.
“X is gisteren uit het leven gestapt. Dit is verschrikkelijk nieuws, dat wij als organisatie moeten proberen verwerken. We hebben een rouwhoek ingericht op locatie Y. Iedereen die vragen heeft, kan terecht bij …. Voor iedereen die het op dit moment zelf moeilijk heeft, blijf er niet mee zitten. Je kan terecht bij ….”
3. Maak de zelfdoding bespreekbaar
Ga met de rechtstreeks betrokken collega’s in gesprek over wat er gebeurd is. Maak ruimte voor alle vragen, emoties en meningen. Wees je ervan bewust dat mensen heel erg van elkaar verschillen in hoe ze kijken naar zelfdoding, en in hoe ze omgaan met rouw. Hierover in gesprek gaan met elkaar kan erg waardevol zijn, op voorwaarde dat er met respect gekeken wordt naar de verschillen.
Een opvangsessie, beleid door iemand met expertise in het thema, kan erg zinvol zijn om inzicht te krijgen over het proces voorafgaand aan zelfdoding en het rouwproces dat erop volgt.
Zit je na het lezen van dit artikel met vragen over hoe je binnen jouw onderneming voor preventie kan zorgen, tegen zelfdoding en het onderwerp bespreekbaar kunt maken?
Neem gerust contact op met ons en wij helpen je graag op weg. Dat doen we door mee te tekenen aan je preventiebeleid en door het geven van verschillende opleidingen.
Waaronder, hoe je kan omgaan met zelfdoding in de werkomgeving of over welzijn op het werk.
Samen creëren we een veilige werkomgeving waarin medewerkers zich gehoord en gesteund voelen.
Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be